Montage handleiding
In deze handleiding leggen wij in een aantal korte stappen uit hoe u de nieuwe wielen veilig en verantwoord monteert onder uw auto. Wij beschrijven de installatie van één wiel, dit kunt u vier keer herhalen.
Voordat u begint
- Leg uw wielen klaar voor montage.
- Mits er een pasring bij is geleverd, sla deze achterin de velg. Let op: het past maar op één manier.
- Let op de draairichting van uw band. Als u een richtingsgebondenprofiel heeft gekocht staat er een rotatiepijl (rotation) op de band. Die moet naar voren wijzen. De band wordt altijd met de V vorm naar voren gemonteerd. U heeft dus altijd twee linkse en twee rechtse banden.
- Als u asymmetrische banden heeft gekocht staat er outside op de buitenkant, dit is goed. U hoeft er verder niet meer op te letten.
- Zet uw auto op een vlakke en stabiele ondergrond.
- Voorkom wegrollen: trek de handrem aan en zet de auto in de versnelling.
- Controleer of u alles bij de hand heeft.
- Een degelijke, liefst hydraulische, krik.
- Moersleutel met de juiste dop (meestal 17, 19 of 21mm).
- Momentsleutel met de juiste dop.
- Mocht u geen momentsleutel hebben: zet de wielen dan met de hand stevig vast en laat uw wielen daarna direct bij een garage in de buurt natrekken op tenminste 130 NM.
- Controleer of er slotbouten gemonteerd zijn. Zo ja; zorg voor de sleutel.
De montage, 4 x te herhalen:
- Pak uw sleutel en draai iedere bout een kwartslag los voordat de auto omhoog is gekrikt. Nu de auto nog niet op de krik leunt kunt u meer kracht uitoefenen op de bout om hem los te krijgen.
- Tip: als u de bout niet los krijgt, zorg dan voor een langere sleutel.
- Tip: zorg dat u de sleutel precies recht op de bout zet, als u kracht zet en de sleutel zit niet recht dan beschadigd de bout.
- Zet uw krik onder het juiste draagpunt, vaak is dit een rubber blok of een versterkt stuk rand onder de dorpel. Sommige merken geven dit aan met een ingedrukt pijltje op de dorpel. Volg nu de onderstaande stappen:
- Zorg dat de krik goed stabiel staat.
- Krik de auto omhoog.
- Draai nu alle bouten 1 voor 1 los.
- U kunt nu het wiel makkelijk van de auto afpakken.
Tip: komt het wiel er niet makkelijk af, sla dan aan de achterkant met een hamer tegen de band. Zorg dat er iemand de voorkant vasthoud zodat het wiel niet op de stoep kan vallen.
Tip: zet uw wiel niet recht overeind, het valt bijna altijd voorover en beschadigd hierdoor.
- Plaats nu het nieuwe wiel op de auto, voer deze stappen een voor een nauwkeurig uit. Herhaal alles 4 x om de complete set te monteren.
- Zorg dat de naaf van de auto schoon is: verwijder roest en verwijder eventueel de oude pasring mocht die nog op de naaf zitten.
- Leg het nieuwe wiel klaar en leg uw bouten erbij. Let op : bij een breedset altijd de brede banden achter. Bij OEM geboorde wielen dienen de bouten te worden overgezet. Anders kunt u de bijgeleverde bouten gebruiken.
- Controleer of de pasring in de velg zit, mocht dit nodig zijn.
- Controleer of de draairichting goed is, dit geld alleen als u een richting gebonden profiel heeft gekocht. (Zie uitleg begin van de handleiding).
- Spuit de naaf van de auto eventueel in met vet om aanroesten in de toekomst voorkomen.
- Plaats de velg op de naaf en zorg dat de gaten in de velg recht voor de boutgaten zitten.
- Draai een voor een de bouten handvast, zorg dat het wiel stil staat d.m.v. de handrem of de versnelling.
- Let op: Bouten: minimaal 5 á 6 slagen vast .
- Let op: Doe dit kruislings.
- Nadat het wiel handvast zit; zorg nu dat het wiel vrij kan draaien door de versnelling in neutraal te zetten of de handrem eraf te halen. Als u een automaat of een elektrische auto heeft zorg dan dat de versnelling in neutraal staat. Dit kan alleen met de auto op het contact.
- Draai het wiel nu een aantal keer rond om te controleren of er niks aanloopt. Hoort u een zacht slepend geluid dan is dat waarschijnlijk de remschijf, dat komt vrijwel altijd voor en kan geen kwaad.
- Laat de krik zakken.
- Trek iedere bout na met de momentsleutel op 130 nm, of zet het wiel handvast en laat door een garage de bouten natrekken op moment.
Na de montage:
- Controleer na 100 km rijden de bouten nogmaals met de momentsleutel, zet alles nogmaals op 130 nm vast. Geen momentsleutel? Rij dan even langs een garage.
- Behandel eventueel uw wielen met een wax om vuil aanhechting te voorkomen.
- Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen om uw wielen weer schoon te krijgen.
- Bijna alle auto’s hebben tegenwoordig een bandenspanningscontrolesysteem. Mocht uw auto een indirect systeem hebben zonder actieve sensoren in de banden dan hoeft u alleen op reset te drukken. Het systeem in de auto neemt dan de nieuwe spanningswaarde als normaal aan. In de handleiding van uw auto kunt u vinden welke knop u hiervoor moet gebruiken. De onderstaande melding zal dan van uw display verdwijnen.
Heeft u een direct systeem met actieve sensoren neem dan even contact met ons op voor de activatie hiervan of kijk op onze website voor verdere uitleg onder het kopje TPMS. U kunt alle gegevens vinden onder: www.wheelpoint.nl/contact
Wheelpoint.nl BV is niet verantwoordelijk voor een onjuiste montage van de aangekochte wielen en banden. Heeft u twijfels of vragen, aarzel niet en neem direct contact op.
